Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer
Column

Column Astrid: Ze vallen best mee

Algemeen

Laatst las ik een artikel op internet over een moeder die drie dagen ging staken om haar pubers mee te laten helpen in het huishouden. Ze had het over ontplofte badkamers waar na een douchebeurt alle handdoeken uit de kast waren getrokken, aanrechten die vol lagen met eten en vuil servies en beschimmelde etensresten onder de bedden van de pubers. Ik las het verhaal vol verbazing. Ik heb twee pubers en die kunnen er ook wat van, maar zo erg? Nee, dit was erg overdreven. Maar toen ik de reacties open klikte – het waren er op het moment van lezen meer dan 400 – las ik alleen maar herkenbaarheid. Dan vielen die van mij nog reuze mee, dacht ik verheugd. Ja, ze laten spullen slingeren, zetten de vaat op de vaatwasser in plaats van erin en laten de vuile was eerst een week op hun kamer rondslingeren voordat het de wasmand in gaat. Maar dat klinkt opeens super normaal na het lezen van die 400 teksten van moeders die beschimmeld eten onder bedden vonden en over de rotzooi heen moesten springen als ze thuis kwamen uit hun werk.

Die avond tijdens het eten, vertelde ik mijn dochters over de moeder die ging staken. Ik zag al twee gezichten met rollende ogen. ‘En nu ga jij dat zeker ook doen’, vroeg de oudste.
‘Nee’, zei ik. ‘Laat me even uitpraten.’
Ik vertelde dat ik me na het lezen van dit stuk, heel gelukkig prees met dochters die slechts drie natte handdoeken als propjes in de badkamer achterlieten. Dat ik blij was dat ze al hun overgebleven boterhammen en lege chipsverpakkingen in de prullenbak op hun kamer gooide en dat ze begrepen dat boter en kaas terug in de koelkast hoorde. Ze waren er even stil van.
‘Dus wij zijn helemaal niet zo erg?’ vroeg jongste kind blij.
‘Blijkbaar kan het veel erger’, reageerde ik. ‘Maar dat wil niet zeggen dat het niet beter kan.’
Weer rollende ogen en diepe zuchten. Ik hoorde ze denken: ‘kan je een moeder ook ruilen?’

En toen kwamen er opeens vriendjes in het leven van de meiden. Dat bleek op alle fronten een grote verandering. Ik kwam uit mijn werk en de vaatwasser was ingeruimd, het kleed gestofzuigd en zelfs de wc was schoongemaakt. Ook stonden er diverse fotolijsten opeens achterstevoren, maar dat had een andere oorzaak. (‘Op die foto zie ik er niet uit’)
Nooit geweten dat ik zo blij zou zijn met de jongens in ons meidengezin. Ik vraag nu steeds wanneer ze komen en plan mijn huishoudelijke taken daaromheen. Met een beetje geluk hoef ik nooit meer te stofzuigen.


Advertenties uit de krant