Maria Prooi voor haar vroegere huis aan de Trompstraat.
Maria Prooi voor haar vroegere huis aan de Trompstraat.

Wandelen door de Zeeheldenbuurt (5): Maria Prooi

Algemeen

door Arco van der Lee

BARENDRECHT – Haar oude woning staat leeg. Door alle uitgeschoten planten in de voortuin is het huis vanaf de stoep bijna niet meer te zien. We gaan met Maria Prooi terug naar de wijk waar ze zeventig jaar woonde.

“In 1948 ben ik geboren op de Gebroken Meeldijk. Begin jaren vijftig verhuisde ons gezin naar de Trompstraat 7”, vertelt Maria. “We waren de eerste bewoners van het huis. Mijn moeder vond het een prachtig huis. Maar ze had het graag op wieltjes gezet om het mee te nemen naar de Gebroken Meeldijk.”

Al snel voelde het gezin Prooi zich thuis in de Trompstraat. “Mijn moeder had goed contact met de naaste buren Huizer en Schop. Ze maakten altijd een praatje over de heg.”

Maria Prooi herinnert zich dat de Zeeheldenbuurt in de jaren vijftig een heel kinderrijke wijk was. En ook een buurt waar iedereen elkaar kende. “Maar ik heb niet de indruk dat er geroddeld werd.”

Oude foto

Ze laat een foto uit die tijd zien. “Dit is rond 1955 bij mij achter in de tuin op Trompstraat 7. Van naar links naar rechts Klarie Leeuwenburg, de tweeling Dicky en Ina Tol, Maaike Tol en mijn persoon, het meest rechts.”

“Ik ging zelf vooral om met de kinderen van mijn blok aan de Trompstraat en met die van de huizen erachter aan de De Ruyterstraat. We speelde vaak in het tuinpad tussen de huizen.”

“Er was wel een splitsing in de buurt tussen de kinderen die naar de openbare Reasschool gingen en kinderen zoals mijn broertjes en ik die naar de School met de Bijbel gingen.”

Buitenmens

Een paar jaar woonde Maria niet in de Zeeheldenbuurt. “In 1973 ben ik met mijn partner naar Smitshoek verhuisd. Maar daar had ik geen tuin. Ik ben een echt buitenmens die gewend is om buiten te zitten. Ik heb ons toen bij Patrimonium ingeschreven voor een woning.” 

In 1976 is ze weer terug in de Trompstraat. “Op nummer 13, twee huizen verderop woonde m’n moeder. Ik heb daar geen moment spijt van gehad. Het was zo fijn.”

In 1978 en 1980 werden de kinderen van Maria Prooi geboren. “Dat was eigenlijk het begin van een nieuwe generatie in de wijk. Ik herinner me dat ik op de achtste verjaardag van m’n zoon voor de kinderen een speurtocht door de wijk heb uitgezet.”

“Ik ging in die tijd studeren en moest elke week een middag en een avond naar school. De kinderen waren dan bij mijn moeder. Het was voor de kinderen altijd groot feest als ze daar mochten eten.”

In gesprekken over de Zeeheldenbuurt komt vaak naar voren dat er een verschil was tussen de De Ruyterstraat en de Trompstraat. Maria Prooi kent het ‘standsverschil’ tussen de twee straten, maar ze vindt het lastig om te verklaren. “Ik weet niet waar het vandaan komt. Misschien omdat er in de De Ruyterstraat meer grote gezinnen woonden? En een deel van de huizen aan de Trompstraat was ook iets luxer gebouwd.”

Muizen

Tegenwoordig woont Maria Prooi in een gloednieuw appartement aan de Botter. In dat gebouw wonen nog enkele bewoners die moesten verhuizen uit de Zeeheldenbuurt.

De laatste jaren werd het huis aan de Trompstraat oud, erkent Prooi. “Het was er tochtig. En er waren altijd muizen. Pedro, zo noemden m’n kleinkinderen de ‘huismuis’. Ik heb er tot het eind toe met plezier gewoond. Ik wilde helemaal niet verhuizen. Maar nu heb ik een nieuw, comfortabel en energieneutraal huis. Ik ben op stand gaan wonen”, zegt ze lachend.

Alleen de bramen in de tuin, die gaat ze missen.

(wordt vervolgd.)

Vijf vriendinnen in de achtertuin.

Advertenties uit de krant