Een kwart eeuw op de bres voor de Oude Dorpskern

BARENDRECHT – Sinds meer dan 25 jaar komt de Vereniging Dorpskern Oud-Barendrecht op voor de belangen van het oude centrum.

Dik Buitenhuis was er al bij toen de vereniging in 1995 werd opgericht. Hij woont sinds 40 jaar aan de Dorpsstraat en weet nog waarom de vereniging er moest komen. “We zagen dat de buurt verpauperde. Ook gingen er ondernemers weg.”
De aandacht van de gemeente ging in die jaren vooral naar Carnisselande. “Misschien moeten we maar eens voor het conflictmodel kiezen”, zei toenmalig voorzitter Dorland in 2003. Jarenlang was de vereniging vooral een pressiegroep.

Feest
Dik Buitenhuis werd secretaris en later voorzitter. Samen met de monumentencommissie wist de vereniging de gemeente ervan de overtuigen dat de Oude Dorpskern beter moest worden beschermd. Dat leidde in 2009 tot de status Beschermd Dorpsgezicht.
De komst van het Beschermd Dorpsgezicht was aanleiding voor een feest, waar ook de Dorpskerk, de harmonievereniging en de Historische Vereniging bij betrokken waren. Dit groeide uit tot het Zomer- en Winterfeest dat jarenlang heeft bestaan.

Peter Jongenotter is tegenwoordig voorzitter. Hij woont sinds 2004 in de buurt. “Hoewel wij op de Kooiwalweg in Rotterdam woonden, waren we altijd al op Barendrecht georiënteerd. Ik kende de buurt dus al. Het leek me leuk om er de schouders onder te zetten. Bovendien kende ik Dik al van scoutinggroep Brandaen”, vertelt hij.

Rond 2014 maakte de vereniging een verandering door. Als pressiegroep van buurtbewoners werd te weinig resultaat geboekt. De vereniging werd daarom toegankelijk voor iedereen die zich betrokken voelde met het oude centrum van het dorp. De politiek werd voortaan actief benaderd. Bovendien liet de vereniging zich bijstaan door studenten die rapporten maakten over het verkeer of andere onderwerpen. “Daar stapten wij dan mee naar de beleidsmakers. Zo probeerden we het beleid van de gemeente bij te sturen. Dat was voor ons een compleet andere invalshoek”, legt voorzitter Jongenotter uit.
Dat de vereniging op het gemeentehuis aan tafel ging zitten, werd niet altijd gewaardeerd. Toen de gemeente het Doormanplein autovrij wilde maken, werd door omwonenden een bewonersvereniging opgericht. Die hanteerde het aloude conflictmodel. “Dat was wel weer even wennen”, constateert Peter Jongenotter. Tegenwoordig werken de twee verenigingen goed samen.

Autovrij
Sinds 2019 is met de gemeente gesproken over het sluiten van een ‘erfgoeddeal’ tussen bewoners en gemeente. Dat zou de basis moeten zijn van een verdere ontwikkeling in de buurt. De coronacrisis bracht een aantal zaken in een stroomversnelling. Daaronder het autovrij maken van het Doormanplein in het terrassenseizoen en het instellen van eenrichtingverkeer. De proef hiermee loopt nog.
Er wordt nu de laatste hand gelegd aan een toekomstagenda voor de Oude Dorpskern. Daarbij gaat de gemeente haar drie panden, waaronder de Watertoren, verduurzamen. Er komen maatregelen voor een betere waterafvoer en het hittebestendig maken van de buurt. Over verschillende onderwerpen, waaronder parkeren, wordt gesproken aan ‘overlegtafels’. Volop gelegenheid voor burgers dus om mee te praten. Maar daar is voorzitter Jongenotter nog niet helemaal gerust op.
“Ik heb gemerkt dat men bij de gemeente nog vaak moeite heeft met participatie door burgers. Je maakt aan tafel afspraken, maar dan wordt de ambtenaar later teruggefloten. Dan ontstaat er een conflict binnen de gemeente, dat bij de wethouder komt te liggen. Die heeft onvoldoende informatie en hakt de knoop door, waarna de afspraak dikwijls niet wordt uitgevoerd.”

Ondanks de problemen wonen Dik Buitenhuis en Peter Jongenotter nog steeds met plezier in de Oude Dorpskern. Ze zijn trots dat de buurt zo levendig is. “Mede door de inzet van onze vereniging.”

Op woensdag 23 februari is er een jubileumavond, met een debat door de lijsttrekkers.