CDA: monumentaal pand minder waard
BARENDRECHT – Panden die worden aangewezen als gemeentelijk monument dalen in waarde. Dat stelt CDA-fractievoorzitter Johan Lengkeek. Hij heeft hier dinsdag in de gemeenteraad vragen over gesteld.
Aanleiding voor de vragen is de poging van het college om in 2020 zes panden aan de gemeentelijke monumentenlijst toe te voegen. Een aantal eigenaren maakte daar bezwaar tegen. Hun panden werden niet tot gemeentelijk monument verklaard.
“Dan zou je zeggen dat alles van de baan is en deze eigenaren tevreden zijn. Ons bereiken echter meerdere signalen dat deze wijze van handelen van de gemeente voor blijvende schade heeft gezorgd als het gaat om de waarde van deze panden”, zegt Lengkeek.
“Op basis van een aanwijzing daalt de waarde van een pand met 7 tot 10 procent. En dat start al bij het voornemen tot aanwijzing; want het kadaster en de SVHW worden in dat stadium al op de hoogte gesteld. Nu zou een logische denklijn zijn dat deze waardedaling ongedaan zou worden gemaakt nu de gemeente deze eigenaren heeft laten weten van de aanwijzing af te zien. Dit is echter niet het geval.”
“Ons is bekend geworden dat er eigenaren bij zijn die de waarde van hun woning met 50.000 euro hebben zien dalen. En die waardedaling wordt niet ongedaan gemaakt omdat er nu eenmaal een advies ligt van de erfgoedcommissie. Wij vinden dat als CDA Barendrecht onbegrijpelijk; de gemeente zet iets in gang wat ze later weer stoppen en je bent ineens 50.000 euro armer!”
Wethouder Arnoud Proos weet dat de eigenaren menen dat hun bezit in waarde is gedaald. Maar volgens Proos kan dat niet, omdat er in het kadaster geen beperking op het gebruik van de panden is ingevoerd. Proos is niet van plan om actie te ondernemen. "Er is niet aangetoond dat er een waardedaling is. Dan is het ook lastig om daar iets aan te doen.”
De wethouder wil de eigenaren wel een brief sturen, waarin staat dat het college geen plannen heeft om hun pand als monument aan te wijzen. Maar zo'n brief heeft slechts waarde tot aan de komende verkiezingen. "Ik kan dit niet bekijken voor een volgend college.”
Johan Lengkeek is teleurgesteld door het antwoord van de wethouder. "Ik heb correspondentie gezien tussen de SVHW en eigenaren”, zegt hij. Lengkeek gaat nu schriftelijk aanvullende vragen stellen aan het college, met daarbij de bewijsstukken.