Giel Kooiman, Dicky Tol en Roelof Roomer in de straat waar ze in hun jeugd woonden.
Giel Kooiman, Dicky Tol en Roelof Roomer in de straat waar ze in hun jeugd woonden.

Wandelen door de Zeeheldenbuurt (1)

Algemeen


door Arco van der Lee
BARENDRECHT - Nu de sloop van de Zeeheldenbuurt aanstaande is, verzamelt de Historische Vereniging Barendrecht foto’s en andere herinneringen aan de buurt. Dicky Tol, Machiel Kooiman en Roelof Roomer houden zich hiermee bezig. Ze hebben zelf lang in de Zeeheldenbuurt gewoond. 

Het was ons-kent-ons in de Zeeheldenbuurt, met veel sociale controle, zo vertellen ze tijdens een wandeling.

Roelof Roomer
Roelof Roomer woonde vanaf 1951 in de De Ruyterstraat 17. “Mijn ouders woonden eerst aan de Stationsweg, in de ‘lege bordenbuurt’. Daar was een groot huis door de gemeente gevorderd voor woningzoekenden. Daar woonden mijn ouders boven de eigenaren van het huis. In 1951 kregen ze een eigen woning toegewezen in de De Ruyterstraat. Ik heb daar tot 1973 gewoond, toen ben ik getrouwd.”
“Het was een hele prettige volksbuurt met veel grote gezinnen”, zo herinnert hij zich. “We konden op straat spelen, want er waren weinig of geen auto’s. En er was maar één telefoon in de hele straat.”
“Bij Lodder op de hoek mocht je bellen als er nood was”, vult Dicky Tol aan.
“Het waren voor die tijd moderne huizen. Er zat zelfs een douche in, alleen was er geen geiser”, herinnert Roomer zich.
Aan de rand van de wijk stond de Openbare Lagere School van meester Roost, de latere Reasschool. “Veel kinderen uit de wijk zaten daar op school. Op het grote schoolplein kon je na schooltijd rolschaatsen”

Dicky Tol
Dicky Tol woonde in de De Ruyterstraat op nummer 12. “Mijn moeder vond het een paleisje”, herinnert ze zich. Haar ouders hadden eerst met drie kinderen in een huisje aan de Middeldijk gewoond. Een nieuw huis in de Zeeheldenbuurt was een hele verbetering. Hier werden in 1951 Dicky en haar tweelingzus geboren.
“Je speelde veel met elkaar”, herinnert Dicky zich over haar jeugd. Natuurlijk was ze lid van speeltuin De Zilvervloot, aan de Piet Heinstraat. “Opa Van der Leer van de Barendrechtseweg paste daar op.”

Giel Kooiman
Giel Kooiman woonde van 1951 tot 1968 aan de De Ruyterstraat 15.
“Wij hadden als eerste in de straat televisie. Dat moet in 1955 of 1956 geweest zijn. Het was een grote kast met een klein beeldje. Op woensdagmiddag en zaterdagmiddag werd er een kring gemaakt voor de televisie. Met stoelen erbij, zodat je drie ringen had. Er zaten dan we een mannetje of 25 bij ons binnen naar de televisie te kijken”, vertelt hij.

Koreabuurt
De drie kennen de bijnaam Koreabuurt voor de wijk. Er woonden diverse oud-mariniers, herinneren ze zich. Maar of daar de bijnaam vandaan komt weten ze niet.
De vader van Giel was stratenmaker. Hij heeft in zijn vrije tijd de achterpaden en de sloppen betegeld. Als tegenprestatie kreeg hij een huis aangeboden.
De huizen werden gebouwd door Wim Stok van de Barendrechtseweg en Cor Bredius van de Rijerwaardseweg. “De oneven nummers van de Trompstraat zijn iets later gebouwd. Ze zijn ook beter van kwaliteit”, weet Kooiman.
Hoe brachten de kinderen in de wijk vroeger hun vrije tijd door? “Met tollen, hinkelen, stoepranden, bussie trappen en achter de muziek aanlopen”, zeggen de drie.

In de De Ruyterstraat en de Trompstraat woonden veel leden van de fanfare. Giel Kooiman: “Op maandag werd er geoefend. En als er iets te vieren was, of er was een zieke, dan kwamen de muzikanten in de straat.”
Wandelsportvereniging Marijke had ook veel aanhang in de buurt. Met een stropdas om en een blauwe broek aan namen de leden deel aan wandeling in Barendrecht en daar buiten. De bus vertrok vanaf speeltuin De Zilvervloot.
Natuurlijk werd er gezongen tijdens het wandelen. “Er waren wandelliederen die we niet mochten zingen. Die waren ‘van agressieve aard’. Ik ken ze nog”, zegt Giel Kooiman lachend. Maar tijdens de wandeling door de buurt houdt hij verder zijn mond over deze liederen.

Bijverdienste
Veel gezinnen hadden het schoonmaken van spruiten als bijverdienste. Er zaten dan hele gezinnen aan tafel. Samen verwerkten ze soms tien tot vijftien kisten. Die werden de volgende ochtend opgehaald door Bas Dubbeldam of Arie Noorloos.

Roelof Roomer woonde in de De Ruyterstraat op nummer 17.