De kudde op weg naar het talud.
De kudde op weg naar het talud. Foto:

Schapen niet voeren

Vervolg van de voorpagina.
De schapen gaan het talud drie keer per jaar begrazen: vanaf eind april, half juli en begin oktober. Per keer begrazen ze het hele talud, van Rietgors 161 tot Stationsweg 118. Elke ronde duurt ongeveer vier weken. De schaapherder zet de schapen om de twee of drie dagen in een nieuw deel uit. Het deel waar ze grazen wordt afgezet met flexnetten op laagspanning. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de schapen uitbreken en is ongevaarlijk voor mens en dier. De bomen en struiken op het talud zijn afgeschermd zodat de schapen er niet bij kunnen.
De schapen gaan één jaar het talud begrazen. Daarna evalueren ProRail, de gemeente en M.A. Oosthoek of de pilot geslaagd is.
Begin 2020 zijn delen van het talud afgezet met hekken vanwege verzakkingen. Op de plekken waar ProRail het talud heeft verstevigd, zijn de hekken inmiddels verwijderd. Betreding van het talud is veilig voor mens en dier.
Het is niet de bedoeling dat de schapen door voorbijgangers gevoerd worden. Brood is slecht voor de dieren, ze kunnen er zelfs dood aan gaan. De herder zorgt dat er voldoende water aanwezig is.
Mensen die iets willen melden over de schapen of de omheining kunnen contact opnemen met M.A. Oosthoek Landschapsbeheer via telefoonnummer 06-22379425. Met vragen over het begrazen met schapen op het talud van het Stationsdek kan men terecht bij Erwin Pronk van gemeente, via e.pronk@bar-organisatie.nl of 14 0180.