Afbeelding

Marinde: Stayin’ alive, stayin’ alive

Column Column

Daar liggen ze dan. Mijn slachtoffers. Hopeloos op de grond, hun ledenmaten eraf gerukt. Zijn ze gevallen? Was er een verkeersongeluk? Of was het pure pech? Niemand die het weet. Bewusteloos. Geen ademhaling. Ik bel 112, vraag om een AED en begin met het verlenen van hulp. 30 maal borstcompressies gevolgd door 2 beademingen. En opnieuw. Borstcompressies. Beademing. En opnieuw. En opnieuw.

Tevergeefs. Het mocht niet baten, ik heb hen geen nieuw leven in kunnen blazen.

Ik bevind mij in een gymzaaltje, net buiten het centrum van Arnhem. Om mij heen wordt driftig gereanimeerd. Toch zal deze hulp geen verschil maken. Voor ons liggen slachtoffers die geen adem haalden voor onze hulp, maar ook nooit zullen ademen. Het zijn oefenreanimatiepoppen. Aan het eind van de cursusdag worden de longen van mijn slachtoffer verwijderd en weggegooid. Het gezicht van mijn slachtoffer haal ik eraf. Het zal gewassen worden. Op 60 graden.

De afgelopen vier weken werd ik zo goed mogelijk voorbereid op allerlei situaties waarbij Eerste Hulp moet worden verleend. Reanimatie is hier maar een klein onderdeel van. Ik kan ook drukverbanden aanleggen, zowel rugslagen als buikstoten (ofwel de Heimlich greep) geven en ik weet hoe ik met een tourniquet overweg moet. Als er een verdrinking plaatsvindt, weet ik hoe ik moet handelen. Hetzelfde geldt voor een beroerte, een epileptische aanval of een levensbedreigende bloeding.

Dat klinkt allemaal heel mooi. Bijna te mooi om waar te zijn als je het mij vraagt. Waarom? Ik leerde al deze handelingen met bovengenoemde plastic reanimatiepoppen en neppatiënten zonder mankementen.

Zo zal ik bij een echte reanimatie het gezicht van mijn slachtoffer niet kunnen wassen op 60 graden. En dat zou toch wel fijn zijn als deze heeft gebraakt en de lasagne van gisteravond over zijn gezicht is uitverspreid. Of de pompoensoep, de kruidige Indiase curry of een of ander AGV’tje.