Afbeelding

Marinde: Home sweet home

Column

Ik vond een huis en verhuisde. Een ruime studio in Haarlem is de plek waar ik voortaan zal vertoeven. In een voormalig woonzorgcentrum wonen sinds kort dertig studenten. De ouderen vertrokken enkele maanden daarvoor naar nieuwbouw, alle kamers kwamen leeg te staan, inclusief de kapsalon en de kantine, en zo was er plots ruimte vrij voor studenten zoals ik. Voor de student betekent dit ruim en zeer goedkoop wonen, voor de buurt betekent dit geen overlast door eventuele krakers of kwajochies die zich op een zomeravond vervelen.

Naast de vele voordelen die wonen in dit pand met zich meebrengt, denk aan de enorme tuin en gemeenschappelijke ruimtes, brengt het ook eigenaardigheden met zich mee. Zo stond er laatst politie voor de deur. Vier man sterk. Elf uur s ’avonds. Voor ik het wist werd mijn woning verlicht door het felle schijnsel van een zaklamp – aan – uit – aan – uit – aan – uit – Het vriendelijke verzoek of ik even mijn raam kon openen, of ik kon uitleggen wat ik daar precies deed. En zo stond ik s ‘avonds laat in mijn pyjama, mijn haar nog nat van het douchen, uit te leggen wat ik te zoeken had in mijn eigen woning. Wat bleek? Een nieuwe medebewoner was, zich van geen kwaad bewust, door ons alarm gelopen. Het alarm was afgegaan, melding van inbraak was kort daarna binnengekomen bij de politie en die waren, zo attent als ze zijn, even komen kijken.

Uiteindelijk liep het met een sisser af. Net als het Poolse busje met de geblindeerde ramen. Waarbij de inzittende vol overtuiging aangaven in ons pand te wonen. Nou niet dus. En ook de dementerende man, die plots voor de deur stond, heeft de weg naar huis teruggevonden. Maar dat, lieve lezers, dat is weer een ander verhaal.

Advertenties uit de krant