Windmolenlobby zet gemeente Barendrecht onder druk

BARENDRECHT – Bij het Vaanplein is plaats voor twee windturbines met een maximale hoogte van 180 meter. Dat zijn de twee belangrijkste voorwaarden die het college wil stellen aan de bouw van windturbines in dat gebied. De voorwaarden zijn opgesteld in samenspraak met de klankbordgroep van omwonenden.

De windmolenbranche en enkele andere betrokkenen zijn ontevreden over de voorwaarden.

Het bedrijf Statkraft, dat hier windmolens mag bouwen, stelt in een brief aan de raadscommissie Ruimte dat deze voorwaarden ‘maken dat er geen windturbines op het Vaanplein mogelijk zijn’. “Windmolens hebben hoogte nodig om effectief te zijn”, stelt het bedrijf. En hoge molens zouden stiller zijn dan lage.

Paul van Egmond van de Nederlandse WindEnergie Associatie vindt de keuze voor twee windturbines onverstandig, stelt hij op X. “Als je 2 molens plaatst op een plek waar er ook 3 kunnen; als je molens van 180 meter hoog plaatst terwijl ze ook 220 meter hoog kunnen zijn, gooi je heel, héél veel schone energie weg!” 

Van Egmond ergert zich aan het verzet van bewoners. “Lokaal verzet zorgt voor vertraging en gedoe. Zeer begrijpelijk dat de lokale politiek dan manieren zoekt om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen en grieven van omwonenden. Maar zo krijg je een ander probleem: shitty windprojecten.” 

Ook oud-burgemeester Jan van Belzen reageert op de eisen die aan de windturbines worden gesteld. Hij doet dat als voorzitter van het bestuurlijk overleg Convenant Realisatie windenergie Rotterdamse regio. Hij stelt dat  ‘deze kaders niet te strak moeten zijn om het risico op het niet (tijdig) realiseren van de opgave zo veel mogelijk te voorkomen’ .

Gedeputeerde Berend Potjer van de provincie Zuid-Holland vraagt het Barendrechtse college om de hoogtebeperking van 180 meter te laten vervallen ‘en bij voorkeur ook geen restrictie op te nemen in de aantallen of deze anders te verruimen’. Volgens de gedeputeerde zorgen hogere windturbines voor minder overlast en meer opbrengst. Hij ziet ook een juridisch risico. “Een overheid mag niet zomaar ondernemers beperken in hun onderneming.”

De gedeputeerde heeft van wethouder Van der Linden vernomen dat Statkraft overweegt om zich uit het project terug te trekken. “Door het normenkader minder streng te maken voorkomt u dat en voorkomt u tevens daarmee dat het windpark niet of niet tijdig wordt gerealiseerd”, stelt de gedeputeerde. Die eraan toevoegt dat de gemeente Barendrecht dan bijdraagt ‘aan het vertrouwen in de overheid’.

Klankbordgroep

Dinsdag sprak de raadscommissie Ruimte over de voorwaarden die aan de windturbines gesteld worden. Daar bleek dat de klankbordgroep, waarin omwonenden uit Rotterdam en Barendrecht zitten, juist tevreden is over de voorwaarden die de gemeente stelt. “Wij zijn heel tevreden hoe de gemeente is omgegaan met onze adviezen”, zei voorzitter Marco Stein.

Volgens Stein is er geen enkele onderbouwing dat windturbines met een tiphoogte van boven de 180 meter minder hinder zouden geven. Volgens hem is bovendien een molen van 180 meter ‘geen feest om naar te kijken’. Maar windmolens van 220 tot 250 meter ‘dat zijn monsterlijke gevaarten in het gebied’.

Stein pleitte ervoor dat de gemeente regelt dat omwonenden meedelen in de winst van de windturbines. Bijvoorbeeld door korting op de energierekening.

Marco Stein deed een oproep aan de raadsleden om een besluit te nemen. Simpelweg tegen stemmen ziet hij niet als een optie. “Dan schiet u in uw eigen voet”, omdat de provincie dan ingrijpt en de windmolenexploitant meer ruimte krijgt.

Raadscommissie

Verschillende raadsleden vroegen wethouder Lennart van der Linden naar de onderbouwing van de grens van 180 meter. Henk Koster (GL) had gebeld met Statkraft. Daar was hem vertelt dat het standpunt van de gemeente niet was onderbouwd. “Een pertinente leugen”, reageerde de wethouder. De gemeente heeft de grens van 180 meter met onderzoeken onderbouwd. Volgens de wethouder heeft Statkraft hun stelling dat twee windmolens van 180 meter economisch niet haalbaar zijn niet onderbouwd.

Roeland Bol (EVB) heeft het gevoel dat de gemeenteraad een mes op de keel wordt gezet. Als ze akkoord gaat met te strenge regels, dan neemt de provincie de regie over en gaat dan zelf met Statkraft aan de slag.

De oorzaak van deze situatie ligt volgens Bol bij de handtekening die wethouder Bas Nootenboom (CDA) in 2012 zette onder het convenant Windenergie Stadsregio Rotterdam. Op de VVD na stemden alle partijen in de gemeenteraad ermee in. Volgens Bol maakt dat duidelijk waarom daarna EVB zo groot geworden is. “Want wiens belangen zijn er in deze raadszaal de afgelopen jaren eigenlijk vertegenwoordigd, rond de komst van de windturbines? Het belang van onze inwoners of speelde er een groter belang. Een Haags belang? Een bestuurlijk belang?”

Als er twee windturbines gebouwd worden dan kunnen ze wat Bol betreft vernoemd worden naar de wethouders Bas Nootenboom en Tanja de Jonge (GL). “En zet er vooral de naam van hun partij bij.”

EVB is de enige fractie die nog niet liet weten of ze instemt met de eisen die het college aan windturbines wil stellen. De andere fracties willen er tijdens de raadsvergadering nog over praten, maar zijn er positief over.

Ed Mol (PvdA) noemde de houding van de provincie ‘chantage’. Hij vroeg de wethouder of de eisen die Barendrecht wil stellen, acceptabel zijn voor de provincie.
Wethouder Van der Linden schat in dat de provincie geen reden heeft om in te grijpen. “Wij komen nu met kaders, dat is in lijn met de afspraken die we hebben gemaakt.” Het is de gemeenteraad die over de kaders (voorwaarden) gaat, niet de provincie. “En wij moeten ze goed onderbouwen”, aldus Van der Linden.

Marco Stein van de klankbordgroep sloot zich bij de wethouder aan. Uit de gesprekken die hij heeft gevoerd, heeft hij de indruk gekregen dat de Barendrechtse voorwaarden zelfs ‘Hoge Raad-proof’ zijn.

Op 26 maart behandelt de gemeenteraad de windmolens. Dan moet blijken of ook EVB instemt met de voorwaarden. De partij heeft zich altijd verzet tegen ‘mega windturbines’.