Afbeelding

Heerjansdam in oorlogstijd

Nieuws

Tijdens de bezettingsperiode 1940 – 1945 was de centrale ligging van Heerjansdam een strategisch knooppunt in de verbinding via de Hoekse Waard naar Noord Brabant. Vanuit Dordrecht en Zwijndrecht waren de Rotterdamseweg, Langeweg en Molenweg via de Dorpsstraat, naast de Rijksstraatweg, Noldijk en Achterzeedijk belangrijke verbindingswegen naar de Barendrechtse Brug. Dit wegennet zou het dorp ook toegankelijk maken voor de bevrijders in mei 1945.

Door Joop Wiekeraadt, Historisch Genootschap Heerjansdam

Waardevolle dagboekaantekeningen van enkele Heerjansdammers en andere verslagen uit andere samengestelde bronnen nemen ons mee naar enkele ingrijpende en spannende gebeurtenissen in de periode van vijf jaren in onze dorpsgeschiedenis, zeventig jaar na de bevrijding van de Duitse bezetting.

Vrijdag 10 mei 1940

Het zou een zeer spannende en angstige dag worden. Men gelooft eigenlijk niet dat Duitsland ons land zal aanvallen, hoewel het Nederlandse leger al enige tijd op haar hoede was. In onze regio zijn Nederlandse militairen gelegerd in Smitshoek en Rotterdam, ter verdediging van vliegveld Waalhaven.

Om vier uur in de vroege morgen wordt het sein voor de aanval op Nederland gegeven. Het is toch oorlog!

Rond vijf uur in de ochtend vliegen ontelbare Duitse vliegtuigen boven Dordrecht. Honderden parachutisten worden neergelaten in Zwijndrecht, op de Rijksweg en voor de Zwijndrechtse brug. Aan beide kanten van de brug zijn nu Duitsers. Na een uur hebben ze de brug in handen. Bij de Moerdijkbruggen hetzelfde tafereel. De weg vanuit Brabant naar Rotterdam is in Duitse handen.

De grondtroepen kunnen nu ongehinderd oprukken.

Terwijl in de vroege ochtend de meeste Heerjansdammers nog geen weet hebben van wat er gaande is, is Jacob Leenheer al vroeg bezig met schilderwerk aan de woning van de gemeente-secretaris L. de Kool aan de Molenweg, tegenover de ambtswoning ‘De Hors’ van burgemeester Beelaerts van Blokland.

Zij zien als eersten de vele Duitse vliegtuigen vanuit de richting Zwijndrecht aankomen. Ze vliegen laag en scheren over de bomen die langs de begraafplaats aan Molenweg staan. Achteraf blijkt dat ze parachutisten vervoeren die rond Rotterdam zullen afspringen.

Het is een dag vol geruchten. Er is bijna geen verkeer in Heerjansdam. Gelukkig bakken de bakkers nog brood en verkopen de boeren nog melk. Nu nog volop te eten, maar wat gaat dit worden?

Ondertussen krijgt het derde Grensbataljon opdracht om bij Willemstad over te steken naar Numansdorp en dan door de Hoekse Waard naar de Barendrechtse brug, deze te veroveren om dan door te stoten naar Rotterdam.

Burgemeester Beelaerts, die verantwoordelijk is voor de orde in zijn gemeente, doorziet heel snel de ontstane situatie. Hij vaardigt voor zijn gemeentepersoneel een algemene instructie uit. Eén bepaling was: Komt er een Duitse officier op het gemeentehuis, dan werd die door de burgemeester zelf ontvangen. Een lid van het gemeentepersoneel ging hem dan keurig voor en diende ze bij de burgemeester aan. Natuurlijk werd de adjudant niet binnengelaten, maar de officier wel. Burgemeester Beelaerts was in staat om die officieren enorm lang bezig te houden. Hij beheerste de Duitse taal goed en meestal waren de binnengelaten officieren, net als de burgemeester, van adel. Want de Pruisische landadel maakte in feite het kader uit van de Duitse Wehrmacht. De adjudant bleef dan ergens op het secretarie rondhangen en moesten verschrikkelijk lang wachten. Sommigen werden dat wel eens zat en dachten bij zichzelf: ‘Wat is hier aan de hand?’ En waren dan zo vrij om op de deur van de burgemeesterskamer te kloppen. Dan zwaaide de deur open en burgemeester Beelaerts van Blokland kwam er uit en zei: ‘Er lebt noch’ ! (Hij leeft nog!)

Het eerste Duitse slachtoffer in Heerjansdam

Daags na de Duitse inval, zaterdag voor Pinksteren 1940 ziet men vanaf de Lindtsedijk, richting Dordrecht aan de horizon grote zwarte rookpluimen opstijgen. Dat bleken boerderijbranden te zijn in Dubbeldam en Wieldrecht, als gevolg van zware gevechten nabij het Hollands Diep en het eiland van Dordrecht.

Boven Heerjansdam vlogen Franse jagers over met een oorverdovend lawaai. Vanuit zo’n vliegtuig raakte tijdens een luchtgevecht een kogel de gevel van de winkel van kruidenier De Deugd, boven aan de Kerkstoep. Mijnheer De Kool, de gemeente-secretaris, heeft nog jaren lang met een dergelijk patroon in zijn zak gelopen die hij op de Dorpsstraat opraapte.

Er kwamen Nederlandse troepen vanaf de Veerdam in de Groote Lindt vanuit de Hoekse Waard die bij het Puttershoekse veer de Oude Maas waren overgestoken om zo de Duitsers bij de Barendrechtse brug in de tang te nemen. Ze kropen voorzichtig langs de zuidkant van de Lindtsedijk via de Achterlindt naar Develsluis en Heerjansdam. Alles liep voorspoedig. Geen vijand te bekennen.

De Duitsers hadden inmiddels hun intrek genomen in “Het Wapen van Rijsoord”.

Het was de commandopost van generaal Student. Midden op het eiland IJsselmonde. Een bijzonder strategische locatie vanuit Dordrecht en Zwijndrecht via de Rotterdamseweg en Langeweg naar Ridderkerk en Rotterdam. Maar ook via de Molenweg in Heerjansdam en de Noldijk door Barendrecht was het een doorgang richting de Barendrechtse brug via de Hoekse Waard richting Noord-Brabant.

Regelmatig informeerden de oprukkende Nederlandse militairen bij de Heerjansdamse bevolking: …’Zijn hier Duitsers?’ …’Geen Duitsers’…, was steevast het antwoord. De soldaten waren moe en kregen hier en daar melk of water te drinken. Voorzichtig trokken ze door de Dorpsstraat. In de wat dichte bewoning kon zomaar toch de Duitse vijand te voorschijn komen.

Nog niets aan de hand. De Heerjansdamse haven was men net gepasseerd om richting de Velo naar het Barendrechtse Veer te lopen en te sluipen.

Plotseling komt er in de bocht van de Noldijk, bij de afslag naar de Buitendijk bij melkboer Lems een Duitse ordonnans op een motor met zijspan aanrijden. Zocht deze Duitse motorrijder-ordonnans aansluiting bij een Duitse eenheid bij de brug? Deze, niets vermoedende Duitse militair reed zijn noodlot tegemoet. De Nederlandse soldaten lagen langs de dijk met hun geweren in de aanslag…rrrttt…. uit het wapen en de Duitser duikelt van zijn motorfiets. Dood!

Snel overleg volgt bij de Nederlandse militairen. Het ontzielde lichaam wordt afgedekt met een stuk groen legerzeil en aan de kant van de dijk gelegd. Mede opraden van de burgemeester besluit de kapitein van de eenheid om met zijn groep terug te gaan. Hij laat de gedode Duitser achter op de Noldijk, terwijl zijn motor in de haven van Heerjansdam wordt gegooid.

Van deze indringende schoten op deze rustige voorjaarsdag komen al snel omwonenden en jongelui er op af. Zo ook de veertienjarige Arie Prooi van de Noldijk. Achter hem kwam een tweede Duitse ordonnans met flinke vaart aangereden. Op de kruising met de Ziedewijdsedijk ziet de jonge Arie een duidelijk herkenbaar Duitsgezinde bewoner driftige handgebaren staan maken om deze Duitse motorrijder aanwijzingen te geven rechtsomkeert te maken. Deze ordonnans kwam van de controlepost nabij de spoorwegovergang aan de Noldijk. Langs het spoordijktalud werd contact gehouden met de post aan de overkant van de Waal bij Piet Rijken aan de spoorovergang van de Molenweg. De vrij gammele en korte spoorwegverbinding over de Waal was een kwetsbaar en kritisch punt in het spoorverkeer tussen Dordrecht - Zwijndrecht en Rotterdam.

Achteraf is het wellicht een ondoordachte daad is geweest, waarom die motor met zijspan de haven in moest. De Heerjansdamse haven was toen nog een open water met de Oude Maas, waar eb en vloed het dagelijks getij bepalen.

Bij laag water zou de motorfiets duidelijk zichtbaar zijn.

De Nederlandse militairen trokken terug en men keerde zich naar de realiteit van de dag. Dat dacht men. Tegen melkenstijd in de namiddag wordt het ineens anders. Plotseling komt er een Duits legervoertuig. Soldaten springen er uit en beginnen op deuren te bonzen. Wie zich laat zien wordt meegenomen. Janus Plaizier en zijn zoon Floor worden opgepakt. Jo Kruithof, die op dat moment juist een melkblok aan het repareren was, hoort op de achterdeur van de boerderij van zijn baas Plaizier, heel hard bonzen. Hij opent de deur en voelt plots een bajonet tegen zijn buik. Ook Pleun Leenheer jr. was er bij en voelde een duw van een geweer in zijn rug omdat hij zijn handen uit zijn zakken moest halen. Met nog een aantal Heerjansdammers worden ze naar de plaats delict, op de Noldijk gedreven. Voor het huis van Jan Prooi aan de Buitendijk worden ze neergezet met aan weerszijden Duitse soldaten met mitrailleurs. Hoewel Janus Plaizier op alle mogelijke manieren probeert duidelijk te maken dat dit niet kan (hij moet gaan melken), het helpt niets!

Burgemeester Beelaerts van Blokland verschijnt en tracht in perfect Duits de razende Duitse militairen duidelijk te maken dat zij deze onschuldige Heerjansdammers niet verantwoordelijk kunnen stellen voor deze daad. Dat hebben militairen gedaan. Ook dominee Kampherbeek in zijn karakteristieke lange zwarte jas en garibaldi-hoed, loopt zenuwachtig heen en weer. Hij tracht te bemiddelen. Het luktte uiteindelijk, mede door de overredingskracht Beelaerts van Blokland, de gijzelaars vrij te krijgen. Dat de Duitsers zo optraden was begrijpelijk. In Zevenbergschenhoek was er nogal vanuit woningen op Duitse militairen geschoten. Dat dachten deze Duitse militairen hier ook het geval te zijn geweest. De Nederlandse geschiedschrijver Dr. Lou de Jong, vermeld in deel 3 van de serie ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’ ook iets over deze militaire actie.

Het was oorlog! Maar echt veel Duitse militairen waren nog niet in Heerjansdam gesignaleerd. Die zouden korte tijd later wel komen en het dagelijks leven behoorlijk beïnvloeden. In Zwijndrecht en Rijsoord waren al veel Duitsers gelegerd.

Op 15 mei 1940 capituleerde Nederland en werden de verdragen in de lagere christelijke school aan de Rijksstraatweg in Rijsoord getekend. In een schoollokaal stond een lange rij tafels. Aan de ene kant namen de Nederlandse officieren plaats en aan de andere zijde de Duitse officieren.

De Duitse Generaal Von Küchler zei dat de troepen van de Nederlandse Generaal Winkelman zich heldhaftig hadden gedragen. Dat moest dan als een soort van compliment worden aangenomen, hetgeen erbij hoorde. Winkelman mompelde: ..’Dank u’… en zweeg verder. De capitulatievoorwaarden kwamen op tafel. Generaal Winkelman stelde dat de provincie Zeeland niet er sprake was. Daar waren Franse troepen en daar had hij geen zeggenschap over. na afloop van de bespreking werd het capitulatie-protocel uitgetypt. Dat duurde ongeveer een half uur. De Duitse en de Nederlandse officieren zatern zwijgend tegenover elkaar. Om 10.00 uur in de ochtend van die vijftiende mei in 1940 zette Generaal Winkelman zijn handtekening. Nederland had zich overgegeven en de Duitse bezetting was begon.

Klokkenroof in Heerjansdam

‘Wie met Gods klokken schiet, die wint de oorlog niet’. Dit opschrift werd door enkele Groningers met krijt op hun klokken geschreven, kort voordat ze door de Duitse bezetter uit de toren werden gehaald.

Voor de oorlogsindustrie werd door de bezetter alle kerk- en torenklokken in Nederland gevorderd en dus geroofd. In een document van de Rijksinspecteur Kunstbescherming lezen we dat er naar Duitsland 4793 klokken met een totaal gewicht van 1.872.813 kg werden afgevoerd.

Het is woensdag 6 januari 1943 met enkele graden onder het vriespunt als om kwart over tien uur in de ochtend de kerkkokken gaan luiden. Het dorp weet wat dat betekent, men komt er zelfs voor naar buiten. Het is de laatste keer dat de Heerjansdammers dit vertrouwde geluid op de zondagen en bij overlijden van dorpsgenoten zullen horen. Overal worden de klokken weggehaald en vandaag is Heerjansdam aan de beurt. In opdracht van de Rüstungsinpektion / Niederlande komt aannemer P.J. Meulenbeek uit Heerlen de twee klokken uit de kerktoren verwijderen.

De kleine klok, ooit in 1772 bij Alexius Petit en Zn gegoten, gaat als alarmklok naar de gemeente Lexmond. De door de Duitse autoriteit aangestelde burgemeester Stern tekent hier voor de afstandsverklaring. Deze kleine klok weegt 65 kg en heeft een diameter van 46,5 cm en wordt geregistreerd onder het nummer 11-81 CP.

De grote klok wordt ook uit de klokkenstoel gelicht.

Deze zware klok die voornamelijk voor overlijden wordt geluid, heeft een gewicht van 250 kg en een diameter van 73 cm. De firma Johannes Specht in Rotterdam goot deze zware klok in 1766. Bij het afvoeren in het oorlogsjaar werd met witte verf het registratienummer 11-80-C vermeld.

De gemeentesecretaris De Kool zal zeker met persoonlijke tegenzin de beide kleine documenten als ambtenaar voor verwijdering hebben ondertekend.

Na deze klokkenroof werd in juni 1943 een lege zuurstofcilinder in de toren aangebracht welke fungeerde als noodklok. In een dagboekaantekening van 8 juni lezen we: ‘Onze toren kreeg een bel, zoodat we de klok nu weer hooren slaan. Fijn hoor !’

De kleine klok werd in oktober 1946 door de gemeente Lexmond terug gebracht.

De kleine klok werd destijds bij onraad en hoog water geklept. Dat laatste gebeurde bij de Watersnoodramp van 1953. De toenmalige koster kweet zich zo goed van zijn taak dat deze kleine klok scheurde. Ze werd in 1963 door een nieuwe vervangen, dankzij tien jaren van ontvangen giften voor het Verjaringsfonds. Haar opschrift luidt:

’Met mijn jubelende klanken
wil ik alle jarigen danken’

De geroofde grote klok kwam helaas niet meer terug. Deze is wellicht omgesmolten geworden voor de oorlogsindustrie. Niemand zal het ooit te weten komen of er met stukjes van deze Heerjansdamse klok slachtoffers zijn gevallen. De Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente geeft in 1947 opdracht tot een gieten van een nieuwe luidklok bij klokkengieterij Petit & Fritsen in Aarle-Rixtel.

In maart 1949 wordt deze klok van 329 kg en met een diameter van 82 cm en met een klepel van 13 kg afgeleverd.

Op de klok worden 115 letters en tekens aangebracht. Samen vormen zij deze tekst:
Anno 1949
De vijand heeft de oude klok genomen,
in plaats van haar ben ik gekomen.
Dat ik mag luiden als weleer,
de mens tot heil, God tot eer.

Zoals gezegd, spreken klokken een taal en vervullen deze een functie in onze samenleving. De kleine klok is gevaar. De grote klok, met haar sombere geluid, is droefenis, meestal bij overlijden.

Luiden beide klokken tegelijk, dan is er vreugde. Op een doordeweekse dag betekent dat vaak voor een huwelijksinzegening of bijzondere plechtigheid. En iedere zondag roepen beide klokken in vreugdetonen door de galmgaten de Heerjansdammers ter kerke.

Bevrijding in Heerjansdam

Na vijf jaren van bezetting, onzekerheid en ontbering hangt na de strenge winter van 1944 / 1945, waarin temperaturen van min 18 graden meer regel dan uitzondering waren, de bevrijdingsgeest in de lucht.

Het is vrijdag 4 mei 1945. In de frisse avond met zo’n 9 graden komen opeens veel mensen op de Dorpsstraat. We lezen in een dagboekverslag: Men zegt ‘het is vrede’. ‘We konden het niet geloven, maar morgen, zegt men, wordt het officieel bekend gemaakt. Radio België maakt bekend dat morgenochtend om acht uur de Duitsers zullen capituleren. We zijn blij, drukken elkaar de handen, maar kunnen het niet begrijpen. Nauwelijks lag ik bed of er barst een hevig onweer los. Ik heb geen fut meer om er voor wakker te blijven. Ik ben erg moe.

Om zes uur op zaterdag 5 mei word ik wakker van buiten gerommel. Even later zie ik verschrikte gezichten. Het bleek dat er vannacht vijf ondergrondse jongens waren gepakt. Ze werden door de moffen aangehouden, smeerden hem, maar weer opgepakt. Het was een hele consternatie. Even later moest ik nog een stencil typen en dat 200 keer afgedraaid. Ik liep met vieze handen rond en tegelijk met anderen afspraken omdat er nog een stencil met 150 exemplaren gedrukt moet worden voor de kerkdienst. Maar eerst een taart besteld, dat mag nu wel.

De vannacht opgepakte jongens zijn weer vrijgelaten, de auto met de wapens staat beneden de kerkstoep. Ze werden verhoord en uitgemaakt voor terroristen. ‘Niks van aan, zegt er een, ..we hebben die wapens nodig voor onze eigen mensen, met jullie hebben we niks te maken, de oorlog is over’. Er kwam een hogere militair bij die zei: ‘Jazeker, de oorlog is voorbij, gaan jullie nu maar weg’. De wapens en munitie hebben ze gehouden.

De vlaggen kwamen naar buiten! Het was voor velen nog onbegrijpelijk: VREDE.

Er zijn hier en in de omgeving nog Duitsers gezien en daardoor is de vreugde nog wat getemperd. Je kan nooit weten wat die laatste moffen nog gaan uithalen!

’s-Avonds om half zeven wordt er dankdienst gehouden in de Hervormde kerk. In een stampvolle kerk gaat Ds. Kampherbeek voor met een prediking over Psalm 126. Er wordt een collecte gehouden voor de nabestaanden van hen die zijn gevallen in de oorlog en bracht fl. 1.970,-- (gulden) op. Iemand gaf er dertig gulden bij tot het ronde bedrag van tweeduizend gulden.

We lezen verder in de dagboekverslagen dat de Duitsers hun persoonlijke bezittingen mogen behouden. Wapens en ander militair en oorlogstuig worden door de Engelsen in beslag genomen. Ook is er weer een moffenmeid opgepakt met een behoorlijke buit bij zich, waaronder 1 fles melk, 3 flessen olie, vet, boter, 20 kg tarwe en een washandje vol met Hollands zilvergeld. Ze zit met de andere opgepakte in de cel opgesloten. Laat-ie fijn zijn!

Op 10 mei 1945 blijken de hier achtergebleven Duitsers te zijn vertrokken. Heerjansdam kan verlicht ademhalen. Nu pas zijn we echt vrij. Na korte of langere tijd komen verschillende mannen weer thuis. Ook zij, die in Duitsland moesten werken en de oorlog hebben overleefd, komen weer terug.

Vreugde en blijdschap in verenigde gezinnen, maar ook droefheid en verlies in andere families, waar een vader of een zoon niet terug kwam.

Op de vensterbanken zie je de fotolijstjes nog staan met aan de zijkanten de uitgesneden letters O.Z.O. Voor kenners betekende dat Onderdrukkers zullen Ophoepelen en Oranje Zal Overwinnen. Deze spreuken hebben velen geholpen tijdens de bezetting. Nu waren de onderdrukkers echt opgehoepeld en nu had Oranje ook overwonnen!

De vlaggen komen massaal te voorschijn. Juichende mensen in optocht door de Dorpsstraat. Heerjansdam is vrij !

Het zijn vijf bange jaren geweest van bedreiging, onzekerheid en aan veel dagelijkse dingen gebrek. Ook in ons dorp Heerjansdam. Nu zeventig jaar na deze vreselijke periode, staan we er een ogenblik bij stil. Hopelijk beleven zij, die dit lezen, een dergelijke periode nooit weer.

Advertenties uit de krant