Afbeelding
Foto: Ronald Hooijmeijer

Column Astrid: Sorry burgemeester

Algemeen Astrid

Sinds een tijdje heb ik een nieuwe collega. Nieuw bij onze uitgever, maar voor mij een oude bekende. Arco was vijf jaar lang de redacteur van een andere plaatselijke krant waar ik als freelancer teksten aanleverden. Ik begon elf jaar geleden volkomen bleu als correspondent. Ik was voor ieder interview stikzenuwachtig en wilde dat natuurlijk niet laten merken. Als mensen dure woorden gebruikten, voelde ik me dom en durfde ik niet te vragen wat ze bedoelde. Dus krabbelde ik het in mijn notitieblok om vervolgens thuis te googelen wat ze bedoelde. Een operazangeres die allerlei muziekstukken oplepelde waar ik nog nooit van gehoord had, een dichter die een van zijn gedichten begon uit te leggen en daar meer dan een half uur mee bezig was. Blijf dan maar eens geconcentreerd luisteren en nog erger, schrijf het in een paar regels op.

Ik maakte aardig wat blunders. Later begreep ik dat ik best mocht inbreken tijdens zo'n uiteenzetting en ook mocht aangeven als ik iets niet begreep.
Ik moest het tenslotte verwoorden aan de lezer en die zal ook niet alle operastukken uit zijn hoofd kennen of dagelijks woorden als 'peermeditations' gebruiken. (dat woord ben ik nooit meer vergeten, maar ik heb geen flauw idee wat het is.)
Het interviewen gaat me tegenwoordig een stuk beter af (denk ik). Meestal voer ik gesprekken met leuke mensen en ik maak bijna nooit meer blunders. Ja, ik zeg nog wel eens iets raars of ik dwaal heel even af met mijn gedachten als het onderwerp iets te saai voor me is. Maar, ik denk dat het over het algemeen best goed gaat. Mijn laatste kleine blunder was een interviewafspraak bij restaurant Kees in Poortugaal. In mijn agenda had ik de naam van de persoon geschreven met daarachter Kees. Een half uur voor de afspraak belde ik haar. Goh, waar hebben jij, Kees en ik ook alweer afgesproken?

Het wordt hopelijk nooit meer zo ongemakkelijk als die alle eerste keer tijdens het persgesprek over de jaarwisseling in Barendrecht. Ik stond tegenover burgemeester van Belzen en ik zei: 'Ik weet nog niet zeker of ik de foto van u gebruik of die van een opgeblazen afvalbak'.
Hij heeft alleen zijn wenkbrauwen iets opgetrokken, er verder nooit iets over gezegd en ik krijg ook nog steeds vriendelijk een hand als we elkaar tegenkomen. Maar toch…het zit me nog steeds dwars. Dus bij deze burgemeester: Mijn excuses dat ik u vergeleek met een afvalbak.


Advertenties uit de krant