Leen van Dalen op de zolder van het gemaal.
Leen van Dalen op de zolder van het gemaal.

Onderduikers in het gemaal aan de Achterzeedijk

Algemeen

BARENDRECHT – Het gemaal aan de Achterzeedijk was tijdens de oorlog de schuilplaats van twee onderduikers, vertelt Leen van Dalen.

De roots van Leen van Dalen (71) liggen in de buurtschap Carnisse, in Barendrecht vroeger bekend is als ‘de kattenbuurt’. “Mijn grootouders woonden in een boerderij aan de Carnisseweg”, zegt Leen van Dalen. „Zij hadden drie kinderen. En mijn vader, Arie Hendrik van Dalen, is er daar één van. Hij is geboren in 1923 en was dus nog een tiener toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak.”

In de eerste oorlogsjaren ging het dagelijks leven min of meer zijn gewone gang. Maar in 1943 maakte een brief met een oproep voor de ‘Arbeitseinsatz’ in Duitsland daar een eind aan. Alle mannen tussen 18 en 35 jaar kregen in die periode een oproep om dwangarbeid te verrichten in Duitsland. „Mijn vader had geen zin om voor de vijand te gaan werken”, vertelt Leen. „Dus hij maakte zich samen met zijn vriend Jaap uit de voeten.”

Op de vlucht

Ze kwamen terecht op een boerderij in de Hoeksche Waard. „Het was in Nieuw-Beijerland of Zuid-Beijerland, dat weet ik niet meer zeker,” zegt hij. „Weet je, na de oorlog is daar alleen maar heel oppervlakkig over gesproken. Iedereen wilde het verleden zo snel mogelijk achter zich laten.” Aan het verblijf van de jongens op de boerderij kwam echter abrupt een einde. Al vrij snel deed de SD een inval in de boerderij.

Opgepakt 

De jongens en een aantal Joodse onderduikers werden opgepakt en afgevoerd naar Oud-Beijerland. Daar stond de tram al klaar om het tweetal met een aantal andere gevangenen af te voeren naar de gevangenis in Rotterdam. Zover is het echter niet gekomen, want onderweg wisten de jongens te ontsnappen.

Maar dat ging niet zonder slag of stoot. Leen: „Ze werden achtervolgd en er werd geschoten. Mijn vader raakte toen gewond in zijn gezicht.” Tussen de kogelregen door baanden de jongens zich een weg door de polder in de richting van de Oude Maas. In de verte zagen ze hun onderduikboerderij branden.

Onderduiken

Uiteindelijk bereikten ze het veer in Goidschalxoord. Veerman Van der Woel keek niet vreemd op, toen de jongens voor zijn neus stonden. Hij zette wel vaker zulke vrachtjes over. Zonder moeilijke vragen te stelllen bracht hij de jongens naar de overkant van de rivier de Oude Maas. Zo kwamen de jongens weer terug op IJsselmonde. Als boerenfamilie hadden de Van Dalens directe contacten met het polderschap, een verre voorganger van het waterschap.

Na 80 jaar komen heden en verleden bij elkaar op de zolder van het gemaal aan de Achterzeedijk. „Hier op deze plek zaten mijn vader en zijn vriend zes weken ondergedoken.”

Het gemaal aan de Achterzeedijk.
Leen van Dalen beklimt de trap naar de onderduikzolder.

Advertenties uit de krant